4 op 10 betalen factuur te laat, vooral twintigers en dertigers

De brievenbus openen doet niemand voor zijn plezier. De krant is nog plezant, ja, maar die enveloppen met een rechthoekig venstertje: daar wordt een mens zelden vrolijk van. En dus stellen we de betaling van rekeningen weleens uit, met als gevolg dat vier op tien Belgen soms te laat hun schuld vereffenen. Dat blijkt uit het jaarlijkse European Consumer Payment Report van financieel dienstverlener Intrum, dat vandaag wordt voorgesteld. De helft betaalt te laat vanwege financiële problemen. “Je werk verliezen of een scheiding zijn vaak voorkomende redenen”, zegt algemeen directeur Guy Colpaert. “De andere helft vergeet gewoon te betalen, vanuit een vorm van laksheid.”
De generatieverschillen zijn groot: 45% van de 18- tot 25-jarigen betaalde het voorbije jaar minstens één rekening niet op tijd, in de categorie 25-35 is dat zelfs de helft, terwijl amper 18% van de 65-plussers zich op een wanbetaling liet betrappen. “Een oudere man of vrouw die niet op tijd betaalt: dat is bijna een erfzonde. Terwijl bij de jongeren van vandaag meer het idee heerst: so what, het komt wel goed.”
Vooral verkeersboetes en rekeningen van de school en kinderopvang worden niet zo stipt betaald. Voor verzekeringen en televisie trekken we dan wel meteen onze geldbuidel open. “Ons kind zal de klas nog wel binnen mogen, zelfs al hebben we de rekening nog niet betaald. Maar als we onze televisiefactuur niet snel in orde brengen, zullen we binnenkort geen tv-signaal meer ontvangen. Zo redeneren mensen”, zegt Colpaert.
Online shoppen
Uit het onderzoek blijkt nog dat online shoppen zeer verleidelijk is voor de consument, niet zelden een jongere. De helft zegt hierdoor te makkelijk in het rood te gaan. Een kwart geeft toe meer te kopen dan anders, net omdat het online zo eenvoudig is. Een derde vindt dan weer dat sociale media een druk creëren om meer uit te geven dan goed voor hen is. “Het wordt steeds simpeler om online te shoppen. Dat is goed, maar tegelijk vallen er wel veel drempels weg, waardoor het verantwoordelijkheidsbesef onder druk komt te staan. Zeker voor jongeren is het niet makkelijk om aan de verleiding te weerstaan en daarom moeten we hen helpen. Heel moeilijk hoeft dat niet te zijn: om te beginnen, kan je als ouder vertellen waar je zelf op let en hoe je het gezinsbudget beheert. Ga ook regelmatig samen boodschappen doen en bespreek de kostprijs van producten.”
Niet de beste leraars
Ook voor het onderwijs is een belangrijke rol weggelegd. Van de Belgische ondervraagden vindt 66 procent dat kinderen daarover meer zouden moeten leren op school – het op één na laagste percentage van de 24 bevraagde Europese landen. “Het is nochtans meer dan ooit een must. Ouders die het zelf niet makkelijk hebben om geld te beheren, zijn niet de beste leraars. Daarnaast is ook niet iedereen helemaal mee met het online verhaal. Het is dus belangrijk om de volwassenen van morgen weerbaarder te maken. Ze moeten leren hoe ze met geld moeten omgaan.”
Belg spaart plots fors meer
De Belgische spaarder zet elke maand 344 euro opzij. Dat is ruim 200 euro meer dan vorig jaar. Slechts in drie Europese landen ligt dat bedrag nóg hoger.
Sparen zit in ons DNA, zo blijkt nog maar eens. 56 procent van de bevraagde Belgen zegt maandelijks geld te sparen, 3 procent méér dan vorig jaar. Opmerkelijk is dat het bedrag dat zij oppotten spectaculair is gestegen: van 131 euro naar 344. Daarmee doen we flink beter dan het Europese gemiddelde van 255 euro. De Zwitsers spannen de kroon: zij schrijven gemiddeld 592 euro per maand over naar hun spaarboekje.
“Het is goed om te horen dat een meerderheid van de Belgen een mooi bedrag spaart”, zegt Guy Colpaert. “Dat wil zeggen dat ze geld genoeg hebben om het te kunnen doen.” De belangrijkste motivatie om te sparen is om gewapend te zijn voor onverwachte uitgaven. We denken ook steeds meer aan ons pensioen en aan onze kinderen en kleinkinderen. Reizen blijven eveneens belangrijk, al sparen we daar minder voor dan vroeger. (BHL)
Gemiddeld bedrag per maand
- Zwitserland 592 euro
- Noorwegen 378 euro
- Denemarken 358 euro
- België 344 euro
- Ierland 342 euro
Bron: www.hln.be – 26 november 2018